veranderlijk

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From veranderen +‎ -lijk.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /vərˈɑn.dər.lək/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ver‧an‧der‧lijk

Adjective

[edit]

veranderlijk (comparative veranderlijker, superlative veranderlijkst)

  1. variable, changing, mutable
    Antonym: onveranderlijk

Inflection

[edit]
Declension of veranderlijk
uninflected veranderlijk
inflected veranderlijke
comparative veranderlijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial veranderlijk veranderlijker het veranderlijkst
het veranderlijkste
indefinite m./f. sing. veranderlijke veranderlijkere veranderlijkste
n. sing. veranderlijk veranderlijker veranderlijkste
plural veranderlijke veranderlijkere veranderlijkste
definite veranderlijke veranderlijkere veranderlijkste
partitive veranderlijks veranderlijkers

Derived terms

[edit]

Descendants

[edit]
  • Negerhollands: veranderlik