strijdperk
Jump to navigation
Jump to search
Dutch[edit]
Etymology[edit]
Compound of strijd (“battle”) + perk (“area, bounds”).
Pronunciation[edit]
Noun[edit]
strijdperk n (plural strijdperken, diminutive strijdperkje n)
- (military) battlefield (arena or theatre of fighting)
- De twee legers ontmoetten elkaar op het strijdperk en de gevechten begonnen.
- The two armies met on the battlefield and the fighting began.
- (figurative) subject or scope of contention (that which is subject to controversy)
- De politici stonden lijnrecht tegenover elkaar op het strijdperk van het debat.
- The politicians were at odds with each other on the field of contention in the debate.
- Het onderwerp van klimaatverandering is een belangrijk strijdperk in de hedendaagse politiek.
- The topic of climate change is a significant subject of contention in contemporary politics.
Synonyms[edit]
- (battlefield): slagveld