aalscholver
Jump to navigation
Jump to search
Dutch[edit]
Alternative forms[edit]
- (obsolete) aelscholver
Etymology[edit]
Compound of aal (“eel”) + scholver (“cormorant”).
Pronunciation[edit]
Noun[edit]
aalscholver m (plural aalscholvers, diminutive aalscholvertje n)
- cormorant (a kind of seabird)
- (particularly) Great cormorant, Phalacrocorax carbo
- 1825, Jacobus Scheltema, "Iets, over de boetseerkunst, in was, van den heer Petrus Koning, te Utrecht", in Mengelwerk (edition of Vaderlandsche letteroefeningen), 665.
- Een geopende aalscholver of aalslokker (de palingdief), tot het geslacht der pellikanen behoorende, is onder deze, als een der voornaamste stukken, opmerkelijk.
- (please add an English translation of this quotation)
- 1825, Jacobus Scheltema, "Iets, over de boetseerkunst, in was, van den heer Petrus Koning, te Utrecht", in Mengelwerk (edition of Vaderlandsche letteroefeningen), 665.
Synonyms[edit]
Derived terms[edit]
- bigua-aalscholver
- dwergaalscholver
- Galapagosaalscholver
- geoorde aalscholver
- humboldtaalscholver
- Kaapse aalscholver
- kuifaalscholver
- roodpootaalscholver
- witborstaalscholver
Further reading[edit]
- aalscholver on the Dutch Wikipedia.Wikipedia nl